U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mus"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 81 - 100 van 500
- bliek III: Eerder mus het witte goed nao de wasse op de blieke (Koekange)
- blieven: Hij mus zo
- bliksies: Bliksies, jong, dat mus ie niet daon hebben (Sleen)
- bloen: Toen mus hij betalen en zij hebt hum laoten bloeden (Hoogeveen)
- boekdelling: heuzen mussen, mus eerst de boekdelling er uut (Noordscheschut)
- boelredder: De boelredder mus overal bijlangs um de boel te bereddern (Hoogeveen)
- boeren II: As het poppie drunken had, mus het even boeren (Borger)
- boeten II: Boeten det mus hij ook nog een daalder betalen (Ruinerwold)
- boken: Hie mus der aordig tegen boken dat e de paolen de grond in kreeg (Eext)
- boks III: Jong mus met de sik naor de bok, want hij was boks (Peize)
- bokseln: Hie mus er tegen bokseln um met te kommen (Balloo)
- bolt I: De bolt mot eerst heeit maokt worden, aans kuj de mus niet plooien (Eext)
- bommerd: Bomme, dat was een ronde kring, waor de neuten in stunden, die men der oetscheten of inscheten mus (Beilen)
- bonksel: Bonksel is, wat in de lösse putte komp. Dat mus weer slicht worden en dat weur weer zetveld (Klazienaveen)
- bonksel: dat weer in de vergraven koele mus, ong. een halve meter (Pesse)
- boog: Het linnen mus strak um de bogen spannen worden
- börg III: Aj eerder op een boeldag wat kochten, mus ie altied een börg hebben (Hijken)
- bösseln: De tweide zèende mus er tegen bösseln um weer bij de eerste te kommen (Padhuis)
- bot I: Hie mus ofstaand doon van het kind en dat gung hum deur een haard bot
- botsen I: Ze hadden een andere meining; dat mus wel botsen (Emmer Erfscheidenveen)