U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vaak"
Resultaten 61 - 80 van 232
- jokken II: Aj der azien op doet, is het jeuken vaak over (Stieltjeskanaal)
- joskoekeniezer: De aole jaorskoekeniezers hadden in het iene blad vaak een jaortal staon en in het aander blad stund
- kachelbienen: Hie hef kachelbienen, hie hef te vaak en te dicht bij 't kachel zeten (Sleen)
- kamer: In de kamer zatten bedsteden, mor ij woonden er niet. De kamer was vaak de bargplaots en de kokpot s (Sleen)
- kantklossen: Op de Aold- Drentse markten zit er vaak vrouwlu te kantklossen (Barger Oosterveld)
- kaolderig: Aj wat under de leden hebt, bin ij vaak kaolderig (Schoonebeek)
- kat: As de kat zuk wast, komt er vaak een gast (Schoonebeek)
- kater: Oeze scheper hef nogal vaak een kater op bezuik (Barger Compascuum)
- kerkloper: Dat bint ok gien kerklopers, die komt er niet zo vaak (Sleen)
- kiempien: Mien moe mus mij vaak kiemen met het kiemkaompien, want ik had nog wal ies loezen (Oosterhesselen)
- klender: Klender wuur niet vaak broekt, het was miest scheurklender (Sleen)
- klit: As kinder hadden wij vaak 'n hiele klit kleveklassen in de buus (Zwinderen)
- kniehalster: De pinken hadden vaak een kniehalster an as ze ondeugend waren (Sleen)
- köl: De erpel leken mooi, maor aj ze deursneen, zat er binnenin vaak een köl (Zwinderen)
- koldkleumer(d): Vrouwen bunt vaak koldkleumers en ze hebt ok altied kolde vouten (Barger Oosterveld)
- köllenbieter: Köllenbieters zaten vaak in schaopmes (Sleen)
- krikhaan: Krikhaanties hebt vaak grote sporen (Exlo)
- kullenbieter: In een vochtige kelder zit vaak een kullenbieter (Oosterhesselen)
- kuren I: Hij kan aordig goed kuren, hij schöt niet vaak mis (Odoorn)
- kwartel: Zo vaak as de kwartel slat, zo duur weur de boukweite (Barger Oosterveld)