U zocht voorbeeldzinnen met daarin "water"
Resultaten 41 - 60 van 396
- dukeln: Hie is in het water dukeld (Sleen)
- duker: Dukerties bint kleine veugelties, die over het water scheert (Elim)
- dundern I: Dundern op kale toeg gef het hiele jaor water genog (Zwinderen)
- èendelijkst: De endigste koe mut nog water hebben (Pesse)
- eentenkroos: Wat drif daor een eentenkroos, ...eende(n)kroos, ...eentenkroet op het water (Sleen)
- fieken: Die honden te fieken! Smiet ze een ummer water um het gat (Hoogeveen)
- flauw: Wij hebt vanmiddag te vet eten, het flauwe water brak mij op, mor het kan ok van kaolde kommen
- flistern: want die kun ie zo mooi aover het water laoten flistern (Elim)
- floddern: Wij zölt even deur het water floddern (Koekange)
- floddern: Oenze Jan is zo mager as een latte. Gien wonder ook, want hij zit de hele dag in het water te flodde (Uffelte)
- floddern: Het water floddert je um de bienen (Oosterhesselen)
- floddern: Doe de emmers toch niet zo vol, het water floddert je der oet (Hooghalen)
- flumig: Dat water is veul te fluimig um in te angeln (Nieuw Schoonebeek)
- fluttern: Fluttern met water (Stuifzand)
- fluum: Der lig een fluumpien op het water
- gang: Ie kunt in ene gaank wel twei ummers water mitnemen, dat doej in ene gaank mit (Hollandscheveld)
- gaps I: Een gapse vol water uut de wieke smök vrogger lekker (Hoogeveen)
- geers: Rauwe geers is in water ekaokte groffe roggenbrij (Hollandscheveld)
- gemaal I: Wij hebben water in de kelder, daor moet we even een gemaal op zetten (Klazienaveen)
- gemien: Hij is zo gemien as het water diep is (Klazienaveen)