U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kop"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 41 - 60 van 500
- ból I: Die kèrel har een kop as een bolle
- bolbred: Dei hef ok een bolbred veur de kop! (Vries)
- bollekop: Hol je toch stil, lillijke bol(le)kop (Sleen)
- bomsa: Hie kreeg een lillijke bomsa veur de kop (Eext)
- bonestaak: Hij wol zuk veur een kwartje wel een bonestaok op de kop aanspitsen laoten
- bonnenstok: Hij lat hum een bonenstok op de kop anscharpen veur een halvie
- bord: Hij hef een bord veur de kop as een voeste dikke (Hollandscheveld)
- bösselbinder: De börselbinder en de schèrenslieper, die slugen mekaar an de kop (Sleen)
- botsen I: Het botst mij in de kop
- bragen: As oen va nog ies weer een schaop slacht, mut hij oe de bragen in de kop laoten zetten
- brak II: Zo'n peerd met een dal in de kop nuumt ze een peerd met een brakke kop (Padhuis)
- branden: De ogen brandt mie in de kop (Barger Oosterveld)
- braombos: Hij reed op de kop de braombossen in (Barger Oosterveld)
- bred: Hie hef een bred veur de kop
- brommer(d): Hij is met de brommer over de kop gaon (Klazienaveen)
- bugen: Laot e zien stieve kop mar ies bugen (Stieltjeskanaal)
- bult: Wat hes do jao een dikke bult an de kop (Padhuis)
- bunen: Die mèenschen moet hard bunen um de kop boven water te holden (Weerdinge)
- cent: Met centien rammeln, mussen ie raoden: kop of munt (Hijken)
- complex: Die hef rare complexen, ie weet niet aj hum bij de kop of bij het gat heb