U zocht voorbeeldzinnen met daarin "door"
Resultaten 41 - 60 van 371
- blunder: Het was een geweldige blunder dat hij zuk door mit inleut (Barger Oosterveld)
- bobbel: Het was door allemaol hobbels en bobbels
- boel: Het is door een dooie boel (Barger Oosterveld)
- boerentrien: Wat een boerentriene, door zul ik nich mit oetwillen (Barger Oosterveld)
- bontmof: Zie haar een bontmoffe om. Door har ze heur handen in (Emmer Erfscheidenveen)
- borreln: Door zit dei kerels weer mit 'n kannerk te borreln (Barger Oosterveld)
- bossemliest: Ze hebben door een braide bossemlieste (Valthermond)
- bouwland: Hij hef door nog een paar bunder bouwland liggen (Barger Compascuum)
- buizen I: Ze buist er door wel good van (Diever)
- bullebak: Pas toch op door bij die sloot; zo dommee pakt de bullebak oe (Broekhuizen)
- buulzand: Dat pad, door is nich op te fietsen, het is allemaol buulzand (Barger Oosterveld)
- cementpan: Zij hebt door nog van van dei aole cementpannen op het dak liggen (Barger Oosterveld)
- consorten: Door hej Jan Rap en kazorten (Tweede Exloërmond)
- deel II: Dat vlaigmesien is door dele kommen (Valthermond)
- deken: Door lig een dèken snei op de schure
- dennen: Wat veur holt hest door, vuren of dennen? (Emmer Compascuum)
- deurlopend I: Door löp een deurlopende streep aover de weg (Broekhuizen)
- domper: Dompers, door stunden ze op (Barger Compascuum)
- drèeikont: Nou muj die dreeikonte door ies zien lopen! (Broekhuizen)
- driestig: Door kanst doe driestig hengaon (Barger Compascuum)