U zocht voorbeeldzinnen met daarin "donker"
Resultaten 41 - 52 van 52
- scharreln: Hij scharrelde wat in het donker (Dwingelo)
- slootvilt: De turven wurden in de viem ezet en kwamen onder de slootvilten um in het donker wieder te dreugen (Ruinerwold)
- steg: Wat was het donker! Ie kunden gien hegge of stegge zien
- tasten: Hij tastte in het donker naor het lochtknoppie (Havelte)
- toekomst: Ik zie de toekomst donker in (Koekange)
- vensterloek: As het donker begunt te worden, wordt de veinsterloeken dicht edaone (Fluitenberg)
- vermoogd: Vermoogd holt licht op, aj het in het donker op straot gooit (Sleen)
- vrijerij: Vrogger gung de vrijerije nogal stiekum en ien het donker toe (Wapserveen)
- wildstrik: Wij gaot dalijk in het donker de wildstrikken zetten (Elim)
- wolk: Het was pimpelpaors met een donker wolkie
- zien I: Hij zug het donker in, hij zug het nich meer zitten (Barger Compascuum)
- zien I: Het zöt er donker oet