U zocht voorbeeldzinnen met daarin "doen"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 441 - 460 van 500
- teem I: Je kunt doen, wat aj wilt, mar die teem kriej hum niet van of (Ruinerwold)
- teemöpper: Het heui in teembulten doen (Uffelte)
- teerlak: De muren doen met tèerlak (Westerbork)
- tegen: Wij moet die enter belèren; laow hum mor tegen de aol broen doen (Sleen)
- tekört II: (...) en dan bi'j niet gaon kieken wel of dat was? Zie kunt wel ien tekört doen
- teks I: Hier hej je taks, daor moej het met doen (Stieltjeskanaal)
- temee: Dat kuw temee nog wel even doen (Zuidwolde)
- terstond: Daor moew terstond wat an doen, aans löp het verkeerd of (Koekange)
- test: Ie mut een mooi glad kaoltien in de teste doen (Broekhuizen)
- tienuur: Wij wilt even tien uur doen (Oosterhesselen)
- tikhonkien: tikhonkien doen
- tip II: Ik wus niet hoe ik het doen mus, mor hie hef mij een goeie tip geven (Emmen)
- tocht III: IJ moet is een schone tocht um die kussen doen (Weerdinge)
- toekomst: Wij zult dat in de toekomst anders doen (Emmen)
- toerekenbaar: Daor kuj niks op doen, die is niet toerekenbaar (Ruinerwold)
- toestoppen: Wi'j oes niet wat doen, stop wij je de schörstien toe
- toetast: Woj ok nog een toetast doen?
- top-um: top um doen
- törteldoef: Moej die torteldoefies ies lief zien doen (Hooghalen)
- treklaamp: De treklaampe, die kuj op en dale doen (Ruinerwold)