U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hef"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 421 - 440 van 500
- bestaonbaar: Het is niet bestaonbaar, dat e zoveule verdiend hef (Zuidwolde)
- besteen: Hij hef zuch mit old mei besteed (Roswinkel)
- bestek: De timmerman hef 't bestek al klaor (Padhuis)
- bestek: Daor hef hij bestek op
- bestelbriefien: De bakker hef 't bestelbreeifie ophaold (Norg)
- bestemming: Dit gebouw hef een andere bestemming kregen (Westerbork)
- bestrieken: Dat zwien hef loezen, ij moet hum is bestrieken met pietreulie (Sleen)
- bestrien: Hie hef zuk bestreen
- bestuiten: Mien vrouwe har ok vaste edacht dat aw een haze kregen, en hef 't er mit 't vleis op laoten bestuite
- betaald: Dat hij mie dat flikt hef, zal ik hum wal betaald zetten (Barger Oosterveld)
- beter: Hij hef betere tieden kend (Klazienaveen)
- betern: Hij hef zien lèven ebèterd (Hoogeveen)
- beterschup: Hij hef beterschap beloofd (Weiteveen)
- betieken: Och, det hef jao niks te betieken (Ruinerwold)
- betiekenis: Het hef gien enkele beteikenis (Barger Oosterveld)
- betrekken: Hij hef hum mit een mes betrokken (Barger Oosterveld)
- betrekken: Wat is dat een laffe kèrel, die hef hum gemien betrökken (Zweelo)
- betrouwen: Van humzölf kan het geld niet wèzen en hij hef ook niet zoveule betrouwd (Ruinerwold)
- beuring: Mien vrouw hef de beuring
- beurt: Hij hef een goeie beurt maakt (Barger Oosterveld)