U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kan"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 401 - 420 van 500
- gaove: Iene die goed kan zingen, is ook een gave (De Wijk)
- gat: De boer kan met het haalve gat de ploougboom deeiper of hoger zetten
- gat: Hij kan riemen en dichten, daor zuj het gat veur oplichten (Dwingelo)
- gat: De mond kan te doen maken dat het gat klappen krig (Ruinerwold)
- gebeuren II: Het kan nich anders, het mot gebeuren (Barger Oosterveld)
- gebolder: Kan dat gebolder ok opholden! (Sleen)
- gedachte: Ik kan die gedaachte neet bij mij wegzetten
- gedachtengang: Die gedachtegang kan ik niet volgen (Sleen)
- gedachtenlezer: Dat is een gedachtenlezer, die kan gedachten lezen (Zwinderen)
- gedichtenbundel: Ik lees gien gedichtenbundels, ik kan de kop er niet bijholden (Sleen)
- gedrang: As alleman veuran wil weden en ze bint teglieke, dan kan het wel ies een gedrang worden (Wapserveen)
- geduldig: Even geduldig nog, alles kan niet tegeliek (Padhuis)
- gedwarrel: Loop mij toch niet zo veur de voeten, ik kan niet tegen det gedwarrel (Ruinerwold)
- geef(s): Dat kan ik nooit laoten, dat is haost te geefs (Klazienaveen)
- geel I: Mien vrouw kan gien geel hebben
- Geelbroek: Ie moet niet zo had schrouwen, men kan het in Geelbrook wal heuren (Beilen)
- geelhaor: Wat kan die jong zingen, die hef vast veul geelhaor had (Sleen)
- gefrommel: Zie kan het gefrommel niet an de hals hebben (Sleen)
- gehamerd: De lucht kan zo gehamerd wezen (Zuidwolde)
- geheim I: Hij kan gien geheim bewaren (Hollandscheveld)