U zocht voorbeeldzinnen met daarin "beter"
Resultaten 381 - 394 van 394
- wies I: Beter goed gek as half wies (Noordscheschut)
- wiesdom: Jaan is een wiesdom kerelie, hie kan zuk beter niet mengen in zukke zaoken (Eext)
- wiesneus: Die wiesneus wet aaltied alles beter (Hoogeveen)
- wiezig: Het is wal een aordig wichie, maor wat wiezig; wet alles beter (Beilen)
- wondereulie: Even een lepel vol wondereulie innimmen, dan könj beter naor het hoesie gaon (Eexterveen)
- woord: *Je kunt beter je woord breken dan je nak (Peize)
- zandzudde: Van zandzudden bleef veul asch over; veenzudden wolden beter branden (Sleen)
- zeel I: Ons peerd hef altied een stevige gordel om, dan zat het zeel beter (Erica)
- zeemleer: Gebruuk het zeemleer mor even, dan wil het beter schoon (Gieten)
- zicht I: De ogen wordt neit beter, het zicht wordt minder (Vries)
- zichtbaar: Hie wordt niet zichtbaor beter (Gasselte)
- zitklomp: Elzenklompen bint zitklompen; die bint zo zwaor daj der beter met zitten kunt as der met lopen (Eext)
- zommer: 's Zommers vuul ik mij beter as 's winters (Klazienaveen)
- zudde: Bij het zudden dieken mus der een beetie holligheid tusken zitten; dan kun de wind er beter deur (Eext)