U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zowat"
Resultaten 21 - 40 van 134
- brokkerig I: De törf is zo brokkerig, der zit zowat gien heile in (Barger Oosterveld)
- drongen: Drongt niet zo, ik stikke zowat (Zuidwolde)
- fienkniepen: As die je een haand gef, knip e je zowat fien (Weerdinge)
- flapoor: Dat is een flapoor, dei lult maar zowat weg (Barger Compascuum)
- formaat: Ik moet een lattie hebben, zowat van dit fermaot (Roderwolde)
- gal: De schaopen kregen zowat allemaole de galle van al dat
- gebeuren II: Zowat zal mij niet gebeuren
- gewicht: De klok mot optrökken worden, want het gewicht hank zowat op de grond (Emmen)
- golf II: Wij hebt het golf zowat vol stro (Emmen)
- gruppen: De gröppen zit zowat dichte, wij mut neug hen gröppen (Broekhuizen)
- hart I: Het harte stun mij zowat stille
- heidin: De heidin is zowat daartig centimter hoog, veuilt fluweeilzaacht an, gruit op vochtige steden en is (Eext)
- henpuilen: Het is zowat tied, laow mor zachies henpuilen (Sleen)
- henzeggen: Hij zeg maor zowat hen (Zuidwolde)
- hoefsmid: Hoefsmeden hej tegenwoordig zowat allennig nog bie riepeerden (Barger Oosterveld)
- hoesnummer: Ze hebt de straoten en de hoesnummers veranderd en noe kan ik zowat niks weervinden (Barger Oosterveld)
- hoogveen: Het hoogveen is zowat allemaol ofgraoven (Emmer Compascuum)
- iepziekte: Deur de iepzeikte bunt zowat alle iepen oet de Veenkolonies verdwenen (Barger Oosterveld)
- inslanen: Aj spinazie kokt, dat slaant geweldig in, ij holdt zowat niks over (Sleen)
- instörten: De aolde kwint stiet zowat op instörten (Westdorp)