U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vergadering"
Resultaten 21 - 35 van 35
- praktisch: Der was praktisch gien mens op de vergadering (Kerkenveld)
- roeze I: Het was een roeze boel op de vergadering (Fluitenberg)
- rustig: Het bleef aordig rustig op de vergadering (Borger)
- sermoon: Hij huul eerst een hiele sermoon, veurdat de vergadering begunde (Sleen)
- stunteln: Op de vergadering stun de veurzitter aordig te stunteln (Sleen)
- tamelijk: Op die vergadering was nog tamelijk veul volk (Weerdinge)
- tiedig: De vergadering möt tiedig begunnen (Wapserveen)
- vergadering: Wij moet vanaovend nog hen de vergadering (Borger)
- verlaoten II: De mensen verleuten halverweg de vergadering (Borger)
- versteuren: De vergadering verstoren, ...versteuren (Hollandscheveld)
- verwiedern: Die man weur oet de vergadering verwiederd (Borger)
- veurslaon: Hij hef det op die vergadering veur eslagen (Hoogeveen)
- veurzaal: Wij hebt vergadering ien de veurzaal (Nijeveen)
- viefonds: Der is vanaovend vergadering van het viefonds (Sleen)
- wassen I: Zo'n vergadering is een wassen neuze