U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vaak"
Resultaten 21 - 40 van 232
- brikken: Bij de winteraovend waren de wichter vaak an het brikken (Hijken)
- broekgrond: Broekgrond is aol gruunland en vaak goeie grond (Stieltjeskanaal)
- bungeln: As wij op schoel met de bienen zaten te bongeln, kregen wij vaak een drèei um de de oren (Odoorn)
- dauwelachtig: Hie wordt er niet beter op, hie is zo dauwelachtig en dat is vaak het begun van het èende (Zweelo)
- dauwen: As het 's nachts goed dauwt, is het daags vaak mooi weer (Oosterhesselen)
- doejak: Opgescheuten jongs, dat waren vaak doejakken (Sleen)
- doezeligheid: Mien vrouw hef vaak al wat last van doezeligheid (Exlo)
- dòp I: Bie het dörschen hej de sokken vaak vol doppen zitten (Barger Oosterveld)
- drietet: Aj een koe met de tetten op het draod kriegt, hol ij vaak een drietet over (Sleen)
- droevensap: Tegenwoordig drinkt ze vaak droevensap (Ruinerwold)
- dwarrel: Het gebeurt niet vaak dat een mensch twie dwarrels op de kop hef (Padhuis)
- dweellocht: Mien vao vertelde vaak van kèrels, die een dweellichtien zien hadden (Sleen)
- dweerder(d): Iene, die vaak tegen de draod ingiet, is een dweerderd (Nieuw Dordrecht)
- dweerwind: In het veurjoor gait er vaak een dweerwind langes, dan kriej meisttied mooi weer (Barger Compascuum)
- erpeldoppien: IJ hadden de erpeldoppies vaak verleuren, die gungen je dan van de vingers of (Oosterhesselen)
- flaphoed: In het heuien en in de bouw haj vaak een grote flaphoed op (Oosterhesselen)
- förms: Een hemdrok, met vaak een dubbele riegen witte förmse knopen
- gebaar: Branieschoppers maakt vaak hiel wat gebaar met haande en biene as ze wat vertelt (Schoonebeek)
- gemienteontvanger: Met ontvanger wuur vaak de gemienteontvanger bedoeld (Sleen)
- getroost: Ik heb 'm al vaak vulen laoten dat e net zo lief vortblieven mug, mor hie komp getroost weer