U zocht voorbeeldzinnen met daarin "toom"
Resultaten 21 - 24 van 24
- toom: in ien toom
- toom: Ze gungen in ien toom deur naor de plaots van bestemming (Padhuis)
- vleerheeg: Een vleerhege is haost niet in toom te holden (Kerkenveld)
- vrijbuiter: Die jong is slecht in toom te holden, het is nogal een vrijbuiter (Barger Oosterveld)