U zocht voorbeeldzinnen met daarin "recht"
Resultaten 21 - 40 van 123
- kèers: zo recht as een keers
- keizer: Waor niks is, hef de keizer zien recht verloren (Nieuw Schoonebeek)
- keizer: Waor het land opholdt, verlus de keizer zien recht (Coevorden)
- keuning: Waor niks is, hef zölfs de koning zien recht verleuren (Hoogeveen)
- kindsdiel: As ien van de aolden overleden is, hef het kind recht op een kindsdiel
- kinnebak: Hij sleug hum recht op zien kinnebak (Hijken)
- klis: Hij lop zo recht as een klis (Exlo)
- krom: Hij prot al wat krom is, recht (Mantinge)
- krom: Geld wat stom is, mak recht wat krom is (De Wijk)
- krom: recht wat kroem is, wies wie dom is (Hoogeveen)
- kruuslings: Ik gooi een ding recht op het huus en het komt der kruuslings weer of
- lèer II: Hij is recht in de leer
- lief I: Hij is recht van lief en leden (Ekehaar)
- liek III: Hij gaait recht en liek deur het leven (Emmer Erfscheidenveen)
- liek III: Aj elk liek en recht doet, is je geweten rustig
- liek III: Bij een aarfenisse geet het neet altied liek en recht toe (Diever)
- liekerecht: Liek en recht
- loezenpad: Wat hest doe dien loezepad ja mooi recht der deur (Valthermond)
- mieg: Ik hadde de voor zo recht as miege
- naonimmend: Aj wat meer hebben wilt as je recht is, binj naonemend (Rolde)