U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opzet"
Resultaten 21 - 40 van 49
- opzet: As de opzet van een miet goud is, dan regent e niet in (Eexterveen)
- opzetten: Zie hebt een hoesholding opzet
- opzetten: Een dubbele gast is vierkant opzet (Coevorden)
- opzetten: Die put is met vlinten opzet (Gasselte)
- opzetten: Het liekt er alles op dat het weer zuk opzet
- opzetten: As de wind mor opzet, wordt de wolken wel lösjaagd (Gasselte)
- opzetten: Hej aordig opzet?
- opzetten: Hie hef ze tegen mekaar opzet (Oosterhesselen)
- opzetten: Het riek hef de belastings ok weer opzet (Eext)
- opzetten: Het tuugpèerd wordt de kop opzet
- opzetten: Zij hebt hum der mooi opzet (Eexterveen)
- opzetten: Ze hebt hum der mooi opzet
- opzetter: opzet
- opzetter: underzetter, opzet
- opzetteugel: opzet
- overschuun: Een dreilap is een veerkaantig lappie, die in een tip opzet wordt, zodat e dan overschuun is (Eext)
- overzien: Hie hef het te groot opzet, hie kan het niet meer overzien (Stieltjeskanaal)
- plooimus: Een plooimus koj zölf wel plooien, mor een floddermus neit. De plooimus wör opzet, as ze overdag e (Roderwolde)
- put: Een pudde weur opzet met törf en wit zaand er achter (Klazienaveen)
- puttengruun: As der vrogger een drinkensput graven weur, weur die met törf opzet en tussen de törven kwam putgr (Nieuw Dordrecht)