U zocht voorbeeldzinnen met daarin "negen"
Resultaten 21 - 28 van 28
- negenwekers: Aj de negenwekers poot, kuj ze ok met negen weken eten (Hijken)
- numen I: Hij wordt niet veur niks een stille negen nuumd
- nummer: Het is zo'n stille nummer negen (Rolde)
- regen II: Regen oet het oosten/Kuj je drei, zes, negen daogen troosten (Eelde)
- roeten II: Ik gooi roeten negen der bai (Eexterveen)
- starkenkalf: Negen maond tot een jaor is het een starkenkalf (Schoonebeek)
- stil: Dat is een stille nummer negen
- zwien: As je alle negen kegels omgooien, dan hebben je ain zwien (Valthermond)