U zocht voorbeeldzinnen met daarin "helpen"
Resultaten 21 - 40 van 85
- gienien: Ze stund daor in de regen mit een kepotte fietse, maor gienien stopte um te helpen (Noordscheschut)
- ginnegappen: Kost mie wel is even helpen, staaist daor toch mor te ginnegappen (Emmer Erfscheidenveen)
- goedhals: wil elk en eein wel helpen (Peize)
- graotsie: Wij zult je per graotie helpen (Odoorn)
- graotsie: per gratie helpen
- haand: Kuj mij een haandtien helpen? (Hollandscheveld)
- handtast: Ik zal die wol 'n handtas helpen (Roswinkel)
- handtast: Kuj mij even een handtast helpen, ik kan dat allend niet beuren (Odoorn)
- helpen: Aj mit ziekte zit, zeg het dan, dan kom ik oe helpen (Ruinerwold)
- helpen: Wacht maor even, dan zal ik je even helpen (Drouwen)
- helpen: Dat kan ik ok niet helpen
- helpen: Aj dat nog een keer doet, dan za'k oe helpen
- helpen: Helpen is dokterswark (Klazienaveen)
- herinnern: Moe je mij der even an herinnern helpen dat ik dat niet vergete (Klazienaveen)
- hokken I: Nao schoultied mussen wij altied helpen hokken (Norg)
- hoop I: Ze doet het in de hope, dat het helpen zal (Noordscheschut)
- huppeln: Hij huppelt de winkel deur um de klanten te helpen, zo drok is het er (Beilen)
- jager: Jaeger was mit 'n allen um de schole lopen. Ene mus tikken en wie dan tikt worde, mus wèer helpen t (Wapse)
- kisten: De naoste buren mussen vrogger bij een störfgeval helpen kisten (Diever)
- kop: Ik kan het niet wachten um je te helpen, het lop mij toch al over de kop (Hijken)