U zocht voorbeeldzinnen met daarin "golden"
Resultaten 21 - 40 van 52
- golden I: Die man legt ok golden windeier
- golden I: Golden liesje
- gulden I: Een golden in het gelag geven
- handdruk: Hai het ofschaid nomen mit een golden handdruk (Emmer Compascuum)
- iezern: Wij lèeft in de golden eeuw, mar het kan nog wel een iezern wörden (Koekange)
- Jettie: Dat is net golden Jettie, wat hef mij dat mèens een opschik an zuk hangen (Exlo)
- kap: Die zèe dat een schoolmeister gien vrommes kun kriegen mit een golden kap (Ruinen)
- kedo: Zien va en moe gaven hum een golden polsallozie kedo (Havelte)
- koe I: Hij slacht de koe met de golden heurns
- kwik: Aj een golden ring in kwik laote vallen, löst hij op (Broekhuizen)
- Lunters: De golden of Lunterse pöppeling is een old ras, een gele appel, die aj nou niet meer kopen kunt (Zuidwolde)
- maken: Die man hef golden handen, die kan alles maoken
- middenweg: De golden middenweg (Zuidwolde)
- naam: Dat golden spèeldtie mus Jantie eigenlijk toeheuren, dan bleef het bij de naam
- peppeling: Wij hadden golden peppels aachter het hoes staon (Roderwolde)
- peppeling: De golden pöppeling of de Lunterse pöppeling is een old ras, een gele appel die aj nou niet meer k (Zuidwolde)
- plaat: Ze haar een golden plaat bai het ooriezer (Roderwolde)
- ploeg II: de golden ploeg
- ploeg II: As de golden ploeg op komt zetten, is er nogal gauw ies ruzie (Havelte)
- ploeg II: Van een ploeg eerste klas vaklu wördt wel ies zegd: dat is een golden ploeg (Wapserveen)