U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hef"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 361 - 380 van 500
- bekwakken: Die vogel hef mij de was bekwakt, ... bekwakkeld (Sleen)
- bekwielen: Hij hef zuk heilemaol bekwield (Barger Oosterveld)
- bel I: Hie hef gien bel mèer an de fiets (Zweelo)
- belang: Hij hef daor belangen in
- belangstelling: Zij hef gien belangstelling veur het wark van hèur man (Sleen)
- beledigen: Hij hef mij beledigd, mar ik zal het hum niet kwalijk nemen (De Wijk)
- beleggen: Hij hef een goed belegde boterham
- belezen: Hie is aordig belezen, hie hef ok een kast vol boeken (Sleen)
- Belg: Hij hef een Belg veur de wagen (Wijster)
- bellefleur: Zij hef een kleur as een bellefleur (Dwingelo)
- belonen: goud veur beloond, dat e holpen hef (Barger Oosterveld)
- beloven: Hij hef mie beloofd, dat ik mitmuch (Barger Oosterveld)
- belustern: De dokter hef mij hielmaol belusterd (Sleen)
- bemiegen: Dat kind hef zuk heilmaol bemegen (Barger Compascuum)
- bemoggeln: Hij hef hum de heile boudel bemaggeld en besmeerd (Barger Oosterveld)
- bemuial: Een bemuial, die bemuit hum overal mit, ook as hij er niks mit hef te maken (Wapserveen)
- benaodern: De kemies hef 't vaarken benaoderd (Diever)
- benaodielen: Door hef hij hum aordig mit benaodeild, dat hij zuch terugtrokken hef (Barger Compascuum)
- benauwdheid: Hij hef last van benauwdheid in de börst (Dwingelo)
- bengel: Hie hef een bengel under de neus