U zocht voorbeeldzinnen met daarin "best"
Resultaten 361 - 380 van 404
- vlotten: Het wil niet te best vlötten, ...vlotten (Sleen)
- voddenjeude: Kinder, die niet te best umliek wolden, wuurden deur de aolden nog wal ies dreigd met: ...anders dan (Sleen)
- voeteren: Zie kan nog best voeterzeren (Sleen)
- volgruid: Het is niet best met het koren, het is lange niet volgruid
- vuur: Wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zuk het best (Padhuis)
- wagenraam: Mit het wagenraam derop kunne wij een best voer heui laden (Kerkenveld)
- walsen II: Op die muziek kuj best walsen (Sleen)
- wandelstok: Hij kan niet zo best meer, hij lop met een wandelstok (Gieten)
- waolig: Die zwienen doet het niet zo best, zie bint zo wollig in het haor
- weerbericht: Het weerbericht was niet best (Mantinge)
- weersveurspelling: De weersveurspellings zint niet best (Oosterhesselen)
- weiderij: De weiderije is de leste tied niet zo best meer
- wenakker: Op de wenakker waren de vruchten niet best (Sleen)
- weren I: Wij hebt oes best weerd vanaovend
- weren II: Het weert niet best op het etgruun (Norg)
- weren II: Het weert niet zo best tussen die beiden
- west I: *Oost west, thuus best (Hoogeveen)
- wezen II: Det kan best wezen, mar ik heb ook wel aans heurd
- wezen II: Hij kan der best wezen, hij hef de brook nog laange neet kepot
- wienfles: De kurk wol niet best van de wienfles (Een)