U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hoe"
Resultaten 341 - 360 van 361
- verzeilen: Hoe koj hier zo verzeild? (Eext)
- verzinnen: Snap ie, hoe hij die smoesies verzinnen kan? (Ruinerwold)
- verzinnen: Hoe kunt ze zoks nou verzinnen!
- veuroetgaon: Hoe giet het mit oen Hendrik?
- veurstellen: Ie kunt joe haost niet veurstellen, hoe hard dat peerd lopen kan (Barger Compascuum)
- veurstelling: Ik kan mij der gien veurstelling van maken, hoe dat worden zal (Borger)
- volk: Hoe hef 't nog met het volkie?
- vraog: Hoe hij an het geld komp, is mij een vraoge (Klazienaveen)
- vroeg: Hoe vrou gaot wie vort? (Nieuw Schoonebeek)
- wark: Hoe zit dat in zien wark?
- wark: Hoe giet het in zien wark
- wark: Hoe meer wark, hoe meer honig
- wegnieveln: Ik wus niet, hoe gauw of ik het wegnieveln mus, doe ze de deur inkwammen (Exlo)
- wereld: Hoe is het in de wereld meugelijk!
- weten: Ie kunt nooit weten, hoe een ko een haze vangt (Beilen)
- wezen II: Ach, ij wit jao hoe het is
- wonderbaarlijk: Het is wonderbaarlijk, hoe ze ered is (Hoogeveen)
- zakken II: Hoe wordt het? Gaoj met of zakt het je in de hozen
- zien I: Even kieken, hoe het er oetzug (Barger Oosterveld)
- zievern: En dan kunt ze daor wel hoe lange aover deurzevern! (Ruinerwold)