U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wal"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 321 - 340 van 500
- fikken III: Dat zal ik wal even fikken, dat is mij mor een kleinigheid (Zwiggelte)
- fladdergoed: Ie kunt wal zeen dat die meinsen het niet breed hebt, de kinder hebt aid van dat fladdergood an (Beilen)
- flansen: 'k Zal dat wal even terecht flansen (Zwinderen)
- flep I: Die jurk mag ik nog wal lieden, maor de fleppen op de scholders vin ik niks (Odoorn)
- flesopener: Non hej mij wal een flessien bier geven, mor dan moej mij ok even de flesopener geven (Sleen)
- flitsig: Het is een flitsige kerel, hij kan wal flink wat doen (Emmen)
- floddermadam: Met een floddermadam kuj nog wal proten, met een kakmadam niet (Sleen)
- fluks: Wil ij dat wal is fluks laoten (Odoorn)
- foegel: Daor kuj gien spullegies met doen, da's wal zo'n foegeltien, die is je aaltied te glad of (Odoorn)
- fokpremie: Hij zal wal flink wat fokpremie kriegen
- fokveriening: Hie is gien boer, mar wal lid van de fokveriening (Zweelo)
- folio: Der zit folio kienholt in, daor meuj de trekzage wal bij hebben (Hijken)
- forel: Hier in de buurt zint gien forellen, mor ij kunt ze tegenwoordig in de supermarkt wal kriegen (Sleen)
- formelier: Hie hef het formelier wal invuld, mor vergeten te undertieken (Weerdinge)
- fos: As een jonge van zien wicht kwam, dan weur wal is zegd: Hej heur nog even bij het fossien had? (Weerdinge)
- fossen: Jan har een brook van zien breur an, mor hij was wal wat an de grote kaante, want het foste der alle (Hijken)
- fossen: Het wil under het meien nog wal ies bij mekaar fossen (Emmen)
- gaar I: Vrogger had ie in elk dörp wal een halve gare of een dörpsgek (Nieuw Amsterdam)
- gading: Op die boeldag is vast wal wat van oes gading (Borger)
- galdagen: In de galdage kuj niet zeien; wal der veur of der nao (Padhuis)