U zocht voorbeeldzinnen met daarin "het"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 301 - 320 van 500
- allernaorst: Het is allernaerst met het weer, altied regen en wiend (Smilde)
- allernaost: Zien kind was hum het allernaost (Barger Oosterveld)
- allernauwst: Aj op dat alles lettenden en op het allernauwst acht gavven
- allerneugst: Ikke mus allerneudigst naor het huusien (Dwingelo)
- allernoodst: Het was allernoodst slecht weer (Borger)
- allernoodst: Het was slecht weer, allernoodst (Nieuw Amsterdam)
- allernoodst: Het hef der aldernoods um weggaon
- allernuverst: Het is een allerneuverst wichie (Hijken)
- alleroeterst: In het alleruterste geval doew het! (Dwingelo)
- allerstoerst: Daor hebben wie het het alderstoerste mit: wat overholden (Valthermond)
- allerverschrikkelijkst: Het was allerverschrikkelijkst veule (Hollandscheveld)
- allerwereld: As vader det zag was het allerwereld mis
- allerworens: Allerworens is het te vinden (Buinen)
- allerworens: Vro in het veurjaor is het allerworens mooi (Eext)
- allerworens: Allerworens waren ze an het zaod mèeien (Emmen)
- allicht: Hie zal allicht niet vro weer kommen, want het is een heel end weg (Anderen)
- allicht: Allicht zal de meester het wel waiten (Emmer Compascuum)
- allienlopend: Het is een allienlopende kerel (Stuifzand)
- alliens: Ze waren het niet alliens met mekaar (Stieltjeskanaal)
- alliens: Het is mij zuver alliens, oj koomt of niet (Broekhuizen)