U zocht voorbeeldzinnen met daarin "binnen"
Resultaten 301 - 320 van 359
- taofellaken: Taofellaokens binnen gauw smerig (Norg)
- taofelpoot: *Taofelpoot tussen de beeinen, binnen het jaor een kind
- tegenstriedig: Der kwamen nogal wat tegenstriedige berichten binnen (Norg)
- telaande: Ze binnen door wel goud te laande kommen
- temee: Haal 't waschgoed mar binnen, want temet göt het weer (Padhuis)
- tierig: Dai bloumen binnen wel zo tierig (Valthermond)
- toer: Heui van oeverlaanden is best heui, mar mit een nat zomer een toere um het binnen te kriegen (Havelte)
- tuunstoel: De tuunstoelen kunt wal wèer hen binnen; met het mooie wèer is het gebeurd (Beilen)
- umpakken I: Ze binnen met de zakken rog an het umpakken (Eelde)
- undereggen: As de knollen zaaid binnen, moj ze ondereggen (Peize)
- underlegger: Wai binnen deur de onderleggers zakt (Roderwolde)
- underpeggen: As de klompen haalf ofsleten binnen, worden ze onderpegd (Peize)
- underweg I: Ze binnen al onderwegens (Roderwolde)
- van II: Ik bin niks lekker van binnen (Zwiggelte)
- vechtlustig: Sommige jongens binnen slim vechtlustig (Zuidlaren)
- veerde: Hij kwam as vaarde binnen, hij was dus vaardes (Valthermond)
- verbouwerij: De verbouwerije bleef binnen de begroting (Ruinen)
- verdacht: De week is der langes, veurdat je der op verdocht binnen (Emmer Erfscheidenveen)
- verhaoren: De handen binnen mai heilemaol verhaord
- verholden: Kinder binnen verholden as der wat biezunders is (Zuidlaren)