U zocht voorbeeldzinnen met daarin "weer"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 281 - 300 van 500
- deurdoen: Het is gien weer, man zie dout gewoon deur (Nieuw Schoonebeek)
- deurhakken: As ze vroeger bouweitveen hakten, hakten ze dat veurjaors weer deur um het fien te maken (Barger Oosterveld)
- deurhalen: Hej alles weer deurhaald? Het was toch goud! (Barger Oosterveld)
- deurhalen: Draod insteken, dan terug naor de veurige steek, daor weer deurhalen enz. (Padhuis)
- deurkoppen: Aj deurkopt, huuf je gien neie banke weer ansnieden (Klazienaveen)
- deurkrabben: Hij hef de körsten weer deurkrabt
- deurmenning: Bij de grote boeren kuj mit het heui de iene baander inrien en an de aandere kaante der weer uut, de (Koekange)
- deurslaon: Met nat weer begunt de muren deur te slaon (Klazienaveen)
- deurstrepen: Hij har het wal opschreven, mar hij haf het weer deurstreept (Nieuw Schoonebeek)
- deurzetten I: Het weer knapt op, non kuw deurzetten
- dicht: Wij hebt het hoes weer dicht
- dik II: Het giet weer deur dik en dunne
- dinges: Ik heb dinges ook eziene, och, hoe het hij ook weer, zien naeme wil mij niet in het zin schieten (Wapserveen)
- disponeren: Ik kan het nargens vinden. Woor hej dat weer hendisponeerd (Sleen)
- dodderbloem: De dodderbloemen, die bluit ok weer an de slootkaant (Sleen)
- doe I: Toe deew dat aans, mar hoe was het toe ook weer? (Wapserveen)
- doedelmus: Hij begunt aal weer vannaais, het is een dikke doedelmus (Roderwolde)
- doelaorig: Wij kriegt vaste aander weer, de kiender bint zo doelaorig (Ruinerwold)
- doen II: Nog even en dan hej het weer te doen
- doen II: Wij zult het er mor weer toe doen