U zocht voorbeeldzinnen met daarin "maken"
Resultaten 281 - 300 van 416
- redde: Dat gaoren zit in de wiere, det muj even redde maken (Pesse)
- reden I: Er is gien reden um je ongerust te maken (Westerbork)
- reit: Ie mussen een mooie rechte reit hebben um een pijl te maken (Oosterhesselen)
- riempien: Daor moej nog even een riempie op maken (Coevorden)
- riempien: Kun ie mij een riempien maken bij dat kedogien? (Nieuw Amsterdam)
- ringelmaande: Een ringelmaandtie kun ie ok mooi maken van russen (Hollandscheveld)
- rollegien: Dit liekt mij wel een mooi holtien um rollegies te maken (Ruinerwold)
- rondstro: Wij moet het rondstro nog bij mekaar maken
- ruchtber: Zie moet dat niet ruchtbaor maken, want aander mensken lacht er wat um (Emmen)
- russelvet: Ruzzelvet keuj lekkere kaonen van maken (Hijken)
- sabbel.: zuk sabbel/sappel maken
- schal I: De knevel is te slop, ie mut hum een schalstertien körter maken (Ruinerwold)
- schap: Wij wilt nog een schap in de kelder maken veur de weckflessen (Borger)
- schellig: Ie meut gien schellige ogen maken
- scheuvelplat: Het bestuur wil het er tegen preberen um de scheuvelplat waterdicht te maken
- schiet: Het is schiete mit die knienen, daor kuj gien pries veur maken (Klazienaveen)
- schimsel: Ie kunt mooie figuren an de wand maken mit joen eigen scheemsel (Klazienaveen)
- schoehaakien: Knoopiesschoenen haj veur vrouwlu en kiender. Ie muzzen ze mit een schoehaokie dichte maken (Hoogeveen)
- schootvel: As de smid pèerdeiezers gung maken, haar e altied een lèren schootsvel vèur (Beilen)
- schouw I: schouw maken