U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hoe"
Resultaten 281 - 300 van 361
- schatten: Hoe zwaor het is, dat valt moeilijk te schatten (Geesbrug)
- schelen: Het kan mij niks schelen, hoe as ie dat doet (Geesbrug)
- scheper: *Scheper, scheper/Hoe langer, hoe leper/Hoe wieder op 'n dag/Hoe liever as de scheper de pannekoeken (Padhuis)
- schief III: Hoe hesse dat muurtie zo schief kunnen messeln? (Padhuis)
- schieren: Wij zult hum ies good schieren, hoe het mit zien eerlijkheid steet (Diever)
- schieten II: Hoe laat is het?
- schinder: Meuj ies zeen, hoe 'n olde schinder hij veur de wagen hef! (Ruinen)
- schrobben II: Hoe harder ze schrobt, hoe beter ze legt (Pesse)
- schurft: Hoe komp hij an schurft tussen de tienen? (Padhuis)
- seupel: (...) hoe gammel en seupel, dat ik en ij wassen, doe we daor bij naacht over dat veld kwammen
- Siberisch: Het lat mij Siberisch kaold, hoe aj het doet. As het mor klaor komp (Westdorp)
- sjouwen I: Wij hebt hum ik weet niet hoe vaak had vandage; hie döt niks as sjouwen
- sliepen: Hij wet niet, hoe hij de tied slieten mut (Hollandscheveld)
- smetterig: Ie hebt oen neie aoverhemd nog gien dag an en nou muj ies kieken, hoe smetterig het al is (Ruinerwold)
- smeulen: Veinebraand kan hoe lange deursmeulen, en dan brek het weer uut (Hollandscheveld)
- smokken: een vrijend paartien beloeren. Hoe harder as ze smokt, hoe mooier as het is (Havelte)
- snaor II: Hoe duurt dat snaor van een wiefien dat zeggen (Stieltjeskanaal)
- snop: Hoe lang stiet men in de keuken te koken en het is maor een snop en het is weer op (Borger)
- snubbel: IJ kunt je ofvraogen, hoe zukke snubbels in die baanties terecht kommen zint
- snuien I: Jan wet niet, hoe of e de appelbomen snuien mot (Ekehaar)