U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hef"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 261 - 280 van 500
- arven II: Dat e zo goud muziek kan, hef e van zien va arfd (Barger Oosterveld)
- as I: Een waogen met veer wielen of raoden hef twee assen (Anderen)
- as II: Ik weet niet wel as dat daon hef (Sleen)
- baakster: Jantien hef een poppien ekregen, heur zuster speult baakster (Havelte)
- baan I: Hij hef daor, leuf ik, een beste baon kregen (Vries)
- baand I: De toete hef vèer iezern baanden veur de stevigheid (Zuidwolde)
- baanderdeur: Hij hef een vel veur de kop as een baanderdeur
- baanderdeur: Hij hef de baanderdeure lös staon (Klazienaveen)
- baanderhekel: Een baanderhekel is iene, die de broek an hef (Ruinerwold)
- baanholder: Hij is nog mar pas etrouwd en nou wet hij al dat e een baanholder ekregen hef (Ruinen)
- baggeltrapper: Wat hef die vent grote baggeltrappers (Grolloo)
- bak II: Die hef ook een bak had (Geesbrug)
- bakkeleien: Hij hef altied wat te bakkeleien (Vledder)
- bakkeleien: Hij hef al eerder wat bakkeleid (Padhuis)
- bakkeleien: Hij hef ok weer wat moois terecht bakkeleid
- bakker: Hij hef de bakker bij de krenten zeten
- bakker: As de bakker het mor in de kar hef, dan komt het wal rond (Sleen)
- bakker: De bakker op de hoek/Die hef vannacht eblaozen/De vellen van zien broek/Die hangt al veur de glazen (Ruinerwold)
- bakker: ... hef er zien wief deur ejagd
- bakkerszaak: Hij hef dei bakkerszaak overnomen van zien va (Nieuw Schoonebeek)