U zocht voorbeeldzinnen met daarin "weer"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 241 - 260 van 500
- bösseln: De tweide zèende mus er tegen bösseln um weer bij de eerste te kommen (Padhuis)
- bossen I: Mit de kienderwagen, daor wörde ook mit hen en weer ebost (Havelte)
- bovenop: Hij is der best weer bovenop kommen (Drouwen)
- bragen: As oen va nog ies weer een schaop slacht, mut hij oe de bragen in de kop laoten zetten
- brammen: De peerden bent ook weer an het brammen, zij ziet denk weer wat (Kerkenveld)
- brandhoel: Die jong is een grote gaffel; hij hef de brandhoel ok nog is weer anzet (Peize)
- brapsig: Het weer is zo brapsig
- brödsig: Het is brödsig weer (Schoonoord)
- broeken I: Dei de spullen gebruukt het, mout ze ook weer oprumen (Emmer Erfscheidenveen)
- broeken I: Ik mag van de dokter alles weer gebruken, behalve de buurvrouw...! (Elim)
- broen: De heide wordt al weer broen (Eext)
- brutaol: Nao de braand hadden ze er weer een brutaol stee henzet (Borger)
- bui: Hij het weer een slechte bui (Een)
- buisterig: Het is buisterig weer (Uffelte)
- buistern: Der komp slecht weer, de kiender in de straote bint zo an het buistern (Koekange)
- bukken I: Wat bin je ok toch een bukken! Nou hej het weer vergeten
- bundel: De koopman het die bundel zakken weer ophaold (Emmer Compascuum)
- buurten: Koomt bij oons mar ies weer buurten (De Wijk)
- buutgeld: Rogge buten gebeurde met de bakker. Aj der rogge henbraachten, kreej later roggebrood weer. Op een m (Eext)
- champagnepils: As wij de champagnepils ophadden, gooiden wij het flessien kepot en dan hadden wij weer een knikker (Sleen)