U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lang"
Resultaten 241 - 260 van 280
- verbouw: De verbouw van het hoes duurt lang (Balloo)
- verhaal I: Wat een lang verhaal was dat! (Uffelte)
- verhèven: Hij kik er lang neet zo verhèven meer uut as doe e ongetrouwd was (Ruinen)
- verkörten: Die broek is veuls te lang, die mut verkort worden (Broekhuizen)
- verliggen: Ik heb mij verlegen, te lang op ene zied elegen (Fluitenberg)
- verluun: Bij een man 2 x kört en 1 keer lang, veur een vrouw 1 x kört en 1 x lang en veur een kind 1 x kör (Grolloo)
- vermeiern: Dat land is al zo lang vermeierd, het hef zien wèerde verspeuld (Emmen)
- verröt: Hij is lang niet verröt
- verschieten III: Hie hef veur dat hoes ok lang niet genog beurd; hie hef het gewoon verscheten (Oosterhesselen)
- verschot: De plaanken bint niet allemaol even lang, der zit een
- versteuken: Niet lang dernao kun elk zuk an koffie met boterhams versteuken
- vervliegen: Net of het van die wondere dingen oet lang vervleugen dagen wol vertellen
- veurspriedsel: Bij het inhalen wordt op de sluten eerst een veurspriedsel legd van lang stro (Borger)
- vierdehalfvoetien: De baozenstok is 2½ m lang. Um de 10 cm zat er een kopern knoppie en op de enden zat een kopern bus (Geesbrug)
- vinden: Ik vun die jas te lang (Buinen)
- vingerdop: Vingerdoppies waren van blik mèuken, krapan een lid lang (Smilde)
- vörst III: *Strenge vörsten regeert niet lang (Sleen)
- vortblieven: Ie moet niet zo lang wegblieven (Dwingelo)
- vroeg: *Aj de naam hebt van vrog opstaon, dan kuj wal lang op bedde blieven (Sleen)
- vrouwlu: Op die bruloft waren alle vrouwlu in het lang (Beilen)