U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hef"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 241 - 260 van 500
- appel: Dat peerd hef de appels op de pokkel (Barger Compascuum)
- appeld: Het kiend hef zukke mooie appelde armpies (Hoogeveen)
- appeltaart: Mien vrouw hef veur de vesiede een appeltoorde bakken (Valthermussel)
- appelvink: Een appelvink hef een grote kegelvörmige snavel (Hijken)
- appelwang: Wat hef dat kiend lekkere appelwangies (Zuidwolde)
- apperdepo I: Hij hef mij hielemaole van mien aperdepo ebracht (Broekhuizen)
- Appie(n): Appien mit 't lappien hef knikkers te koop/Tiene veur een dubbeltien is det niet goedkoop (De Wijk)
- aptieker: Gao mar hen de aptieker, die hef het wel (Ruinerwold)
- arbeiderskind: Veur een arbeiderskind hef zij het wied brocht (Barger Oosterveld)
- arfdiel: Hij hef zien arfdeil al kregen, hij hef niks meer te verwachten (Barger Compascuum)
- arfenis: Hie hef een arfenis kregen, mor het was meer een argernis (Sleen)
- arft I: Hij hef een harte zo klein as een arfte
- arft I: Hij hef een bek as een scheermes en een hart as een greune arfte (Hijken)
- arg I: Die hef ok nargens gien arg in
- arg I: Die knaap hef der wel arg in hoe de vork in de stael zit (Wapserveen)
- ark: Die hef nog bij Noach in de ark ezeten
- ark: Die oolde haspel hef bij Noach in de ark zeten (Padhuis)
- armkas: Hij hef 't oet de armkas kregen
- armoede: Oonze Jentien hadde de fietse kepot, de fietsemaker hef hum weer klaor maakt, kostte mar drei gulden
- armzalig: Hie hef hen vissen west, mor hie hef mor een armzaolig klein beetie vangen (Balloo)