U zocht voorbeeldzinnen met daarin "eerder"
Resultaten 241 - 260 van 418
- pluus IV: Eerder hadden ze an de baovenrok een baand mit pluus er an (Ruinerwold)
- poepen: Poepen was eerder een net woord, drieten en schieten was roeger (Sleen)
- pof III: Een tweibak bestun eerder oet een bovenkap en een underkap. As ze nog niet deurdeeild wadden, wurden (Eext)
- pokken: Eerder hadden de zwienen vaak pokken (Sleen)
- pondspuut: Tebak zat eerder in een pondspuut (Ekehaar)
- pootschoet: Achter de ploeg hadden ze eerder een poter lopen met een pootschoet vol erpel (Borger)
- por III: Keinholt zit er zat in het veen. Wie zeden eerder van porren (Barger Oosterveld)
- porrenknieper: Eerder kwam der veurjoors eine bie os langs um te kieken of de beisten ok porren haden; dat was de p (Barger Oosterveld)
- potgat: Op een kantoor kom ie veur het loket. Dat weur eerder ok wal potgat nuimd (Barger Oosterveld)
- potstölp: Eerder zeden ze potstölp, mor non algemien potdeksel (Sleen)
- pottenkar: Hij leup eerder mit de pottekarre (Klazienaveen)
- praktisch: IJ moet praktisch warken, dan bi'j eerder klaor
- ragebol: Wij zegt nou ragebol, mor eerder zeden wij altied kopstubber (Ekehaar)
- raoi I: Eerder waren der wal mensken, die een bossie raoien op de bossum staon hadden (Rolde)
- ratel II: De nachtwacht har eerder een ratel (Sleen)
- regen II: Hoe haarder as het regent, hoe eerder as het opholdt
- rek I: Eerder hadden de mèenschen rekken um de bienen, aans zakten heur de hozen of (Oosterhesselen)
- rennen: Dat schaatsen runnen eerder was een feest
- reuten: Bai de Matsloot wazzen ze eerder an het vlas rötten (Roderwolde)
- riempien: Eerder wuur overal een riempien op maakt, as er wat gebeurd was (Sleen)