U zocht voorbeeldzinnen met daarin "best"
Resultaten 221 - 240 van 404
- nusterig: Die is niet best te gebruken, hie is zo nustig as een zwien (Anloo)
- oetstek: Dat is een bie oetstek best peerd (Barger Oosterveld)
- oetstippeln: Hij hef even veur mij oetstippeld, hoe ik het best kun rien (Sleen)
- oetval: Het verbouw was niet best; wij hadden een hoop oetval (Sleen)
- oetzunderlijk: Het komp oetzunderlijk best oet (Sleen)
- oeverheui: dat was best heui (Zuidwolde)
- oeverheui: De koenen vindt het oeverheui best lekker nao de knollen in de haarst (De Wijk)
- oeverland: Heui van de oeverlaanden was best heui, mar mit een nat zomer een toere um het binnen te kriegen (Havelte)
- ofdoppen: Aj de aier een beetie hard koken, kuj ze het best ofdoppen (Peize)
- ofleden: As ze de ko mussen ofleden, was het mit het beesie vaoke niet best (Diever)
- ofleggen: Wij hebt goed oes best daon, maor wij mussen het wal ofleggen tegen die jongs (Elim)
- ofzundering: Aj in het ziekenhoes op de ofzundering ligt, is het miestal niet zo best (Oosterhesselen)
- onbemest: Dat is gien best heui, dat komp van onbemest laand (Schoonoord)
- ondiep: In een ondiepe sloot kuj best nog wal verdrinken (Zwinderen)
- ongemak: Het liekt niet best mit hum; hij hef een verkeerd ongemak (Ruinerwold)
- onkruudzaod: Het is niet best, aj onkruudzaod in de toen kriegt (Gasselte)
- ontierig: Dat gewos stiet er niet best bij; het is wat ontierig (Emmen)
- oor: As het oor van de körf is, kuj hum niet best mèer vastholden (Hijken)
- opdoen: Wij kunt met het wark best tegen mekaor opdoen
- ophalen: De rogge stiet niet best, mar as het wèer wat gruizemer wordt, kan het nog wel ophaelen