U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vaak"
Resultaten 201 - 220 van 232
- trammelant: Zie hebt daor vaak trammelant
- tumelraam: Het tumelraampien was vrogger vaak rond (Zweelo)
- tuunbaank: As het mooi weer is, zit wij vaak even op de tuunbank (Zweelo)
- twievoors(t): Bij twievoors bouwen: eerst een dunne voor en daor achteran - vaak met een andere ploeg - het unders (Weerdinge)
- vatten I: Ik heb de koe al zo vaak bij de bol had, mar hie wil het niet vatten
- verarving: Verarving gef vaak herrie (Schoonebeek)
- verdomhoekien: Een arbeider zit vaak in het verdomhoekien (Nieuw Amsterdam)
- vermengen: De varve wordt vaak met wat terpentien vermengd (Nieuw Dordrecht)
- veurkaant: De veurkant is vaak mooier dan de achterkant (Zwinderen)
- veurloper: Smokkelaars hadden vaak een veurloper
- veurof I: Op de veuroffen stunden vaak arbeidershoesies van mèensken, die op het veen warkten (Weerdinge)
- veurslachter: De veurslachter wuur vaak in september, october slacht (Oosterhesselen)
- viekor: Tegenwoordig brengt de boeren vaak heur vie in een viekor hen 't laand (Weerdinge)
- vilthoed: Jagers hebt vaak een vilthoed op (Dalen)
- vinger: Aj ze een vinger geeft, dan nemt ze vaak de hiele haand (Schoonebeek)
- vlokschere: Eine, dei nei was in het veen, leuten ze vaak de vlokschere ophalen (Barger Oosterveld)
- voorschoet: De voorschoet was vaak van jute (Hijken)
- wagen: Vroeger stunden daor vaak tentkers met de wagen
- wagenweg: Een wagenweg is vaak een zandweg (Weerdinge)
- wapsennust: Een wapsennöst zit vaak in een olde boomstronke (Nieuw Amsterdam)