U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kop"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 201 - 220 van 500
- holterig: Dat peerd hef een holterige kop (Beilen)
- holtslag: Hie hef een kop as een holtslag
- hond: Het Hondtien is hum doodgaon, want hij hef 't hokkien op de kop
- hoog: Der zit een hoge kop in het laand
- hoog: Dat mens hef het hoog in de kop (Barger Compascuum)
- hoog: Wat het dai de kop hoog in de wind
- hoorn: De koe hef vanmorgen de horen van de kop ofstöt (Hollandscheveld)
- hoorn: Pas op, aans woj net as de duvel; met hoornties op de kop en met 'n staart (Eext)
- hoos I: Hij kreeg de hoos op de kop
- hoteldebotel: Hij giet hoteldebotel over de kop de sloot in (Klazienaveen)
- hugerig: De hond legde hugerig de kop op de knei (Roderwolde)
- huistern: Mien vrouwe was aordig an 't huistern, 't hiele huus stund op de kop (Ruinerwold)
- iezeln: 't Hef zo iezeld, boomtoppen stunden met kop an grond (Eexterveen)
- Indisch: Van de kop van een olderwetse heuiharke waren de gebeugen dielen Indisch riet (Meppel)
- inholdsmaot: Een kop was een inhaoldsmaote veur dreuge waar (Hollandscheveld)
- inslepen: As ze knollen zèeid hadden, gooiden ze de ege op de kop en sleepten ze in (Zwiggelte)
- inteugel: An de inteugel kuj mooi je kop steuten (Anloo)
- inwatern: De kop van de miete baoven op worde of edekt tegen het inwatern (Hoogeveen)
- Jut I: Op de kermis was ok een kop van Jut (Beilen)
- Jut I: Slao Jut op de kop mut het ok weer lien