U zocht voorbeeldzinnen met daarin "last"
Resultaten 181 - 190 van 190
- wörmkoekien: Kinder die last hadden van wörms, kregen wörmkoukies (Roderwolde)
- zemels: Hie har last van de zemels (Sleen)
- zenen: Hie hef zu'n last van de zenen, hie kan haost niet praoten (Eext)
- zoer I: Hij het last van het zoer
- zommerstip: Hej non al last van zommersproeten? (Hijken)
- zwaorigheid: Hie hef last van zwaorigheid op de börst
- zwaorlievig: Wat is die man toch zwaorlievig, zul e daor gien last van hebben? (Oosterhesselen)
- zwartbienigheid: De eerappels hebt last van zwartbeeinigheid; de stengels wordt zwaart van undern (Eext)
- zwienengres: Wie hadden last van zwientjesgres in de bieten (Barger Compascuum)
- zwietvoet: Hij hef last van zwietvoeten (Dwingelo)