U zocht voorbeeldzinnen met daarin "weinig"
Resultaten 1 - 20 van 66
- achterrad I: Ze hebt hum weinig in de reken, het is het achterrad van de wagen (Hijken)
- allendeksel: Alledeksels, dat scheelde maor weinig (Eext)
- allendrommels: Alledrommels, dat scheelde maor weinig (Eext)
- ankommen II: Ie ziet het ankomen, maor kunt er weinig an doen
- ansluting: Hij hef weinig ansluting
- barkenwien: Barkenwien was sap oet een barkenboom, vermengd met gist. Het was helder en der zat weinig smaak an (Oosterhesselen)
- bediende: In dat café heb ze smangs weinig bedeinden (Anderen)
- bedoeling: Hij hef altied wel goeie bedoelings, mar er komt weinig van terechte (Zuidwolde)
- bijker: De bijker hef een slecht jaor had, want der was weinig heide (Broekhuizen)
- bombarie: Bombarie, mar weinig deegs (Ruinen)
- buul: Grote bulen en weinig geld, zo is het in Hieken gesteld (Wijster)
- darg: Darg is lichte vene en is niet geschikt veur törf. Het is lichte grond mit weinig draagvermogen en (Koekange)
- deupeling: De deup wordt hier nog wal daon, maor der komt weinig deupelingen (Odoorn)
- een II: De nuchtern kalver brachten een vrijdag weinig op
- enkel II: Een groot kaomer met weinig meubels dut wat enkeld an (Anderen)
- feduzie: Ik heb der weinig feduzie in, dat het klaorkomp (Westerbork)
- foskont: Der waren weinig foskonten bij (Grolloo)
- geblèer: *Veul geblèer en weinig wol
- gekak: *Veule gekak, mar weinig in het pottie
- geluk: Veul geluk gef weinig zörgen (Eext)