Ook: weelkerig (Zuidwest-Drenthe), welkerig (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), wilkig (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)
sponzig, verschrompeld
De knollen bint weelkerig (Diever)
De appels bint wel wat weelkerig, mar ze smaakt nog best (Ruinerwold)
Olde meinsen wordt ok weelkerig (Zuidwolde)
De eerpels wordt, as ze kiemt, zo wilkerig (Eext)