naar iem. toedraaien
Gao ies rechtzitten. IJ moet hum niet aal de rugge toedrèeien (Nieuw Dordrecht)
Dat mèensk zal je vast de kont toedreien, aj heur rooupt (Eext)
dichtdraaien, dichtdoen(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Drèeit de deure ies toe (Meppel)
Dreei de kraan even toe (Padhuis)