Ook: steumen, stumen (Zuidwest-Drenthe)
Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906roken, walmen
Kookt het gauw?
Het stumelt al
De warmte stumelt je in de muut (Zweelo)
De rook stumelt recht umhoog (Oosterhesselen)
Oonze assebulte begun te stumen (Diever)
Zit niet zo te stumen! (Havelte)