stikziend bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. slecht ziende, bijziende

    Dei zug niks, dei is stikzeind (Barger Compascuum)

    Hij is zo stikziend, ie kunt hum in de buse pissen en hij zut niks, maar vernemp het wel (Klazienaveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...