schaor -en, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: schare (Midden-Drenthe), schaore (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe)

  1. schare, groep

    Der kwam een heile schaore kinder an (Roderwolde)

    Wat

    lop daor een grote schaor koenen (Exlo)

    Er luup een hiele schare achter de optocht an (Oosterhesselen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...