rien I overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: raaiden (Kop van Drenthe), reen (Zuidwest-Drenthe Zuid), reien (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. kammen

    Ik moet nog even het haor rien, ...oetrien (Sleen)

    Aj je 's mörgens wast hebt, moej je haor rieden (Hooghalen)

    oetrien

    Zie ook:
  2. bereiden, alleen van stoffen(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Het wollen gaoren gung naor Bolsward tou, daor het reden wör (Roderwolde)

    Hie hef zien eigen goed red, hie hef de kast vol met iegengered goed (Sleen)

    anrien

    Bron: H. Tiesing Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...