overhoef de
  1. beenwoekering, uitwas van het kroonbeen boven de hoef van het paard

    Dat peerd moj niet kopen, man, het kreupelt ja, het last van overhoef (Eexterveen)

    Dat is een peerd met een overhouf (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...