neer bijwoord Bron: A. Dening
  1. weinig gebruikt naast

    deel

    Leg dat daor maor neer (Vledder)

    Het komp op hetzölde neer (Hoogeveen)

    Ik heb mij der mor bij neerlegd (Odoorn)

    Is ze daor in de kost?

    Nee, ze reist op en neer

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...