mienens bijvoeglijk naamwoord, bijwoord

Spellingvarianten als bij: mienen II

  1. ernstig gemeend

    Het is geen gekheid, het is menens

    Noe

    meut wie oppassen, het begint meinens te worden (Barger Compascuum)

    Het was heur echt mienens um dat hoes te kopen, maor het gung niet deur (Beilen)

    Ze haden ruzie, niet uut de gek, het was mienens (Dwingelo)

    Det wordt al drok wark, het wordt menens

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...