longern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: longeln (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), lonkern (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. hunkerend verlangen

    Het hondtien longert naor een koekien (Nieuw Amsterdam)

    stun aal te longeln (Eexterveen)

    Aj de koenen bijvoert, staot ze altied bij het hekke te longern (Elim)

    Hij longert um dat stokkie laand,

    um dat snuupie (Dwingelo)

    op een snuupie (Zuidwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...