kniel dehet, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: knail (Veenkoloniën), keniel, k(e)neel (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), kaneel (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), kneil (Kop van Drenthe), kaneil (Kop van Drenthe)

  1. kaneel

    Een beetie keneel over de appels smaokt lekker bij de eerpels (Eext)

    Een beetie kniel in de koffie is wel lekker (Geesbrug)

    Brandewien mit rozienen daor kwam ok wat keniel op

    Aj in de loop wazzen, kreeg je een tweibak met kneil (Roderwolde)

    piepkeniel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...