hoerink -s, de

Ook: hoerke, hoering

Bron: Drentsche Volksalmanak & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906
  1. spaarpot in het algemeen

    Zie ook:
  2. plaats in het hooi waar men appels bewaart (wb), zie ook

    loering

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...